Over inritten en voorrang

Van de politie kun je nog heel wat leren...

Ik sprak de wijkagenten over de prijs die we gewonnen hebben, en vroeg of ze niet mee wilden werken aan het realiseren ervan. Dat wilden ze wel, en brachten mij in contact met een collega die veel van verkeer afweet en namens de politie de gemeente adviseert over weginrichting. Hij nam mij mee in zijn auto door de wijk, en vertelde mij een een aantal dingen die ik nog niet wist!Bord B4Bord B4Bord B3Bord B3

Ik rijd zelf auto, en dacht dat ik wel ongeveer wist hoe het hier in elkaar zit, maar ook ik kon kennelijk nog wel wat extra uitleg gebruiken. Hij legde mij uit wat een inrit is, en hoe die er volgens de wettelijke eisen uit zou moeten zien: duidelijke verhoging in afwijkende, recht afgehoekte bestrating, een doorlopend trottoir en geen onduidelijke markeringen aan de achterzijde zoals zgn. "pianostrepen". Daarnaast is het natuurlijk altijd een inrit als je heel duidelijk ziet dat het naar een garage, hek of iets dergelijks toeloopt.

Als je met die eisen in je achterhoofd door de wijk heen gaat rijden, dan hebben we ineens een heel aantal wegaansluitingen die geen inrit zijn, en waarbij je dus voorrang moet verlenen aan het van rechts komende verkeer. Plaatsen waarvan je het niet zou denken. Plaatsen waar ik het er zeker niet op ga wagen, of ik nou op de fiets of in de auto zit.

Voorbeelden wil je? Nou, dan zal ik maar eens beginnen met het voor mij meest verrassende, net búiten de wijk. De kruising van de Oude Kijk in 't Jatstraat met de Noorderhaven ZuidZijde. Als je daar met de auto aan komt rijden dan staat er zo'n voorrangskruisingsbord (B4, voor de specialisten) waarbij het pootje aan de rechterkant mist (anders zou het B3 zijn). En dat pootje, dat is de Oude Kijk. Als je daar uitkomt, dan heb je dus in principe voorrang op de auto's, want de aansluiting voldoet niet aan de inrichtingscriteria voor een uitrit.

Ik had dat missende pootje nog nooit gezien, en rij daar altijd gewoon door. Gelukkig dus maar dat iedereen die daar rijdt het niet in zijn hoofd haalt om gewoon "voorrang te nemen", want dan zouden de ongelukken niet van de lucht zijn. En hetzelfde geldt voor een kruising verderop, bij de Oude Boteringestraat. Maar het geeft wel aan dat verkeerssituaties listig zijn. Dat ik nog beter op moet passen. En dat, zoals de adviseur van de politie aangaf, "er best vaak verzekeringspenningen naar de verkeerde partij gaan".

Voor de liefhebbers nog de aanbevelingen van het CROW over inritten (stand 98, maar nog steeds actueel):

1. Voor een goede toepassing van een uitritconstructie dient een duidelijk
verschil in hiërarchie van wegen aanwezig te zijn. Uitritten dienen het
ondergeschikte karakter van het achterliggende gebied (bijvoorbeeld
erven, 30 km/uur-gebieden, woonstraten) te accentueren. In andere
gebieden dienen geen uitritconstructies te worden toegepast, maar moet
gezocht worden naar alternatieven (bijvoorbeeld voorrang regelen met
voorrangstekens).

2. Het uitritkarakter dient onomstotelijk duidelijk te zijn. Een uitrit moet
zodanig worden vormgegeven dat trottoir en/of fietspad langs de
doorgaande weg op dezelfde hoogte doorlopen over de aansluiting, en dat
de begrenzing geschiedt met zogenaamde (diepe) inritblokken.
Indien trottoir en/of fietspad niet direct langs de rijbaan liggen, maar
gescheiden worden door een groenstrook, bosschages en dergelijke, dient
de verharding van het trottoir te worden doorgezet tot de inritblokken.
Voor het doorlopende trottoir dienen bij voorkeur trottoirtegels te worden
gebruikt.
Het gebruik van borden dient te worden vermeden. Er bestaat geen
uniform bord om een uitrit aan te duiden. Ook het gebruik van
markeringen (zoals stopstrepen, haaietanden en taludmarkeringen) dient
te worden vermeden, vanwege de verwarring die hierdoor kan ontstaan
over de status van de constructie.

3. Ook vanaf de ‘achterzijde’ dient door gebruik van inritblokken aan de
weggebruiker duidelijk te worden gemaakt dat hij/zij een uitrit verlaat